De Hel, Vervaardigd in Israël
Dagboek van Kawther Salam


April 2002

Maandag 1 april
Vrijdag 5 april
Woensdag 10 april
Zaterdag 13 april
maandag 15 april
Dinsdag 16 april
Donderdag 18 april
Vrijdag 19 april
Zondag 21 april
Maandag 22 april
Woensdag 24 april
Donderdag 25 april



 

 








Maandag 1 april 2002
Mijn Visa-kaart, die verkrijgbaar is om overal ter wereld te kunnen worden gebruikt, kan niet gebruikt worden in Israël.

De Israëlische regering heeft een blokkade opgelegd aan de Palestijnse banken en Visa-kaarten {credit-cards - vert.}. Mijn Israëlische vrienden hielpen mij altijd om te overleven, en Dina Lee is nog steeds verantwoordelijk voor al mijn onkosten.

Het is genoeg om Palestijnse te zijn om in een HEL te leven!

Ik mag niet in mijn huis wonen omdat de Israëlische soldaten het hebben bezet.

Ik mag niet mijn perskaart laten verlengen, omdat de joodse kolonisten er niet van houden om mij te herkennen!!

Ik mag niet vrij in Hebron werken en rondlopen, omdat de Israëliërs niet tevreden zijn met mijn werk als journalist!!

Ik mag niet buiten Hebron werken, vanwege het beleg waarmee het Israëlische leger alles blokkeert!

Ik mag niet in Israël wonen omdat ik een Palestijnse ben.

Hebt u een advies dat mij kan helpen om te wonen, werken en vrij te kunnen bewegen? Vertel het mij alsjeblieft.

Hebt u een advies om een PARADIJS te bouwen temidden van de Israëlische HEL? Geef me alsjeblieft raad.
Wat moet ik doen teneinde normaal te kunnen wonen en werken zoals alle menselijke wezens?









Vrijdag 5 april 2002
Vandaag benaderde een vertegenwoordiger van de Franse televisie mij om voor hen vanuit de gebieden te werken, toen ik hem vertelde dat ik niet de "GPO"-perskaart van de Israëlische regering heb gekregen.

Hij belde Dhr. Daniel Seaman en vroeg hem erover. Dhr. Seaman was woedend toen hij mijn naam hoorde, hij zei dat: " wij niet door deze journaliste benaderd wensen te worden, en als ze naar ons kantoor komt om naar haar kaart te vragen zal ik haar Israël uit trappen!!" (Hij bedoelde: arresteren).

Dhr. Seaman bevestigde tegen de Israëlische vertegenwoordiger van de Franse televisie dat hij mij Israël uit zou gooien inplaats van mij te helpen mijn beroepsplichten uit te oefenen, zoals alle andere journalisten die in de democratische landen in de wereld werken!! { - maar het blijkt uit alles dat Israël veeleer een dictatuur is dan een democratie - vert.}

Het persbureau van de Israëlische regering, jaagt momenteel op Palestijnse journalisten.

Het persbureau speelt de rol van de Israëlische politie, misschien omdat de Israëlische politieagenten het erg druk hebben met het beleid van opjagen en arresteren van Israëlische vredesdemonstranten in de straten!!





Woensdag 10 april 2002
Het Amerikaanse radioprogramma dat beluisterd kan worden op het radiostation "Coast-to-Coast" en ook wereldwijd op het internet, heeft mijn dagboek op zijn website www.rense.com geplaatst. Dhr. Jeff Rense, die mij interviewde op het live programma op de Amerikaanse radio op maandag 8 april om 9.00 uur 's-avonds (Pacific tijd) - in Israël dinsdagmorgen - zei dat: "het heel belangrijk is om stemmen zoals de jouwe te horen in zulke moeilijke tijden, omdat ik je recente verslag heb geplaatst op de nieuwsdienst van rense.com."

Op 10 april 2002 kreeg ik veel internationale telefoontjes uit de staat Californië, Duitsland en Wenen.

De mensen zeiden dat ze mijn interview hebben gehoord op het Amerikaanse radioprogramma en ze moedigden mij aan om met het schrijven van het dagboek door te gaan op de 'Gush Shalom'-website.

Professor Dr. Arick van de Amerikaanse universiteit vertelde mij dat hij mijn dagboek op de Gush Shalom-website, naar de krant 'Observer' zou sturen om te publiceren. Hij zei dat veel journalisten erin geïnteresseerd zijn om mijn dagboek te publiceren, nadat na op de Amerikaanse radio, het geplaatst is op het website-programma van het wereldwijde internet.









Zaterdag-Zondag 13-14 april 2002
De Israëlische soldaten schoten op onze auto op de weg 60 bij het binnengaan van Halhol, we waren met 9 personen, een klein kind werd gewond in zijn rechterarm; alle passagiers schreeuwden.

De soldaten bleven schieten terwijl de bestuurder probeerde onze levens te redden, hij keerde terug naar Jeruzalem om een weg te zoeken in het geval we via een andere weg wij onze huizen in Hebron zouden kunnen bereiken.

Een Israëlische officier van de burgerlijke administratie zei, "de soldaten schoten op weg nr. 60 teneinde het bewegende doel te stoppen nadat gisteren de Palestijnse vrouw uit Beit Fajjar zichzelf liet exploderen in  Ben Yahoda straat in Jeruzalem!!

Ik vroeg de officier, "Is het fair om op bewegende doelen te schieten op straat, en verwonding en dood bij onschuldige burgers te veroorzaken??"

De officier hing de telefoon op!!

Op 14 april 2002 liep ik in de Al-Shallaleh Straat in het onder Israëlische controle staande gebied H2 in Hebron, toen ik me realiseerde dat 5 Israëlische soldaten 10 Palestijnse jongeren staande hielden tegen de muur in de hoek van een nauwe straat, allen waren naakt en werden gecontroleerd waarbij ze lichamelijk werden mishandeld.

Ik stopte en nam wat documentaire foto's toen een van de soldaten mij opmerkte en zijn vrienden erover inlichtten, vroegen de soldaten de jongeren zich aan te kleden terwijl de andere soldaten vóór de camera gingen staan!!

Ik liep door en ik bereikte de Beit Romano-nederzetting toen de kapper vroeg mij stil te staan, hij klaagde over de praktijken van de IDF-soldaten.

Hij zei dat de soldaten de Palestijnen verhinderden hun winkels open te doen nadat het uitgaansverbod al een poosje was opgeheven!!

Ik luisterde naar de kapper toen de Israëlische soldaten schreeuwden naar mij, één van hen richtte zijn geweer naar mij. Hij beval mij hem mijn identiteitsbewijs te laten zien en niet één stap te verzetten!!

De andere soldaten op het dak richtten hun geweren ook op mij. Ik liet hem mijn identiteitsbewijs zien, maar de soldaat vroeg de kapper het mij af te pakken en het hem te geven!!

De soldaat zei, "ze is een terrorist"

Ik vroeg hem: "Wat zei je?" Hij zei "Je bent een terrorist!!"
Ik vroeg hem: "Waarom?" Hij zei "Omdat je een Palestijnse bent!!"

Ik vertelde de soldaat dat het heel duidelijk is dat ik een journaliste ben, en dit is mijn camera.
De soldaat zei: "nee, dat is geen camera, het is een geweer!!"

De officier zei "Jij bent een Fascist en je verdient het te sterven!!" De andere soldaten richtten hun geweren op mij!!

Ze bevolen mij terug te gaan, ze zeiden dat niemand mag praten en het leger antwoord geven en iedereen moet luisteren!!

"De mensen mogen niet tezamen lopen en praten in het gebied H2 onder Israëlische controle in Hebron, en iedereen moet alleen lopen om veiligheidsredenen" zei de Israëlische officier!!

De Palestijnen mogen niet normaal leven zoals alle mensen in Hebron, ze mogen niet hun kinderen naar school sturen, of in hun auto's rijden, trouwen of feesten.... enz. 

Ze mogen alleen maar hun huizen in de stad  verlaten. Dit is het voornaamste strategische beleid van de bezetting...

 








15 april 2002
De soldaten riepen mij: "Fatimah, Fatimah, givaret, givaret" (wat doe je)? Ze bleven naar mij schreeuwen terwijl ik hen negeerde.
Ik filmde de troep die door de IDF-soldaten in mijn huis was achtergelaten
De soldaten waren binnen in mijn slaapkamer, mijn kleren op de grond vol stof, mijn papieren uitgespreid in mijn kamer.

Het boek over de tijdelijke Israelisch-Palestijnse overeenkomst betreffende de West Bank en de Gaza-strook, en andere politieke boeken waren tot kleine stukjes geknipt, er zat poep op sommige papieren!!

Er was zand in mijn kamer gestrooid dat alle elektrische apparaten bedekte, de soldaten gooiden alles ondersteboven in mijn huis, ze namen duidelijk wraak op mij.

Ik was geshockeerd door deze vreselijke bende, terwijl de soldaten doorgingen met naar mij te schreeuwen. Ik besloot ze te negeren.

Ik was woedend over wat ze in mijn huis deden, ze beschadigden alles, ze pakten mijn cassettes, halssnoer, en alle zilveren en gouden dingen.

Ze lieten voor mij twee woorden achter, op de muur, "Verrek jij".

De nacht kwam heel vlug, ik vond mezelf alleen temidden van de troep van de IDF-soldaten zonder licht; de soldaten hadden de elektriciteits- en telefoonkabels doorgesneden.

Ik had niet eens een glas water om te drinken, ik had niets te eten, overal smerige viezigheid.

O God, ik had een echt vreselijk gevoel, angst gemengd met kwaadheid en vernedering.

Ik zei tegen mezelf, "hoe zal ik kunnen slapen in mijn huis, het is niet eens een huis, dit is een militaire bezettingsrotzooi.

Ik herinnerde mij het joodse gezin toen ik bij hen woonde in Tel-Aviv, en het kleine kind dat ik toen verliet. Ik zou bij Romi moeten zijn inplaats van te leven midden in de rotzooi.

Ik was kwaad terwijl de soldaten doorgingen met een hoop herrie te maken op mijn dak.

Ze riepen steeds naar mij, gooiden met stenen, en zetten de radio heel hard.





16 april 2002

Vandaag stuur ik een brief naar de IDF-commandant in Hebron, kolonel Dror Weinberg betreffende de praktijken van de soldaten tegen mij op straat en op het dak van mijn huis.

In de brief waren kopieën van mijn dagboek van 13 - 15 april 2002 ingesloten

Ik schreef naar Weinberg, "... ik denk dat je dit spelletje kan beëindigen als je wilt.

Ik ben er niet in geïnteresseerd om nog over je soldaten te schrijven als ze ophouden mij te treiteren en mij seksueel lastig te vallen in de straten. Dank je voor je aandacht".

Gisteravond om half acht  liep ik in de Al-Shallaleh Straat die onder Israëlische controle staat in Hebron, en was op weg naar een verblijf in een hotel.

De straat was helemaal leeg.

Ik realiseerde mij dat er een militaire jeep stopte bij de grens tussen het gebied H1 onder Palestijns gezag, en het gebied H2 onder Israëlisch gezag.

Eén van de soldaten schoot in de richting van het Palestijnse gebied, "het stadscentrum", terwijl daar toch geen rellen waren.

Ik nam een foto en liep door. De militaire jeep reed heel snel en stopte vlak vóór mij. De soldaat opende de deur en zei "Kawther, hoe gaat het met je?" Hij was dezelfde soldaat die naar het Palestijnse gebied schoot. Ik herkende de soldaat, o God, hij is de moord-officier die ik twee keer tevoren heb ontmoet, een keer dreigde hij op mij te schieten en de andere keer zei hij dat hij het fantastisch vond om met mij te praten!! Ik was bang toen hij mij vroeg stil te staan en met hem te praten. Hij was verward, misschien omdat ik hem filmde terwijl hij aan het schieten was!!

De officier vroeg, "waar was je? Ik heb je sinds drie weken niet gezien!!"

Ik zei: "Ik ben niet hier geweest" en ik ging verder. De officier zei, "Sta even stil alsjeblieft, ik praat met je, ik miste je, ik wil...!" 

Ik zei "Nee, ik kan niet. Ik moet nu gaan".

 

 

De Palestijnen keken naar ons door hun ramen. Ik liep de straat over naar een andere. De militaire post bij de Bet Hadasah-nederzetting riep mij "Kom hier".

Ik liep naar de soldaten en ze vroegen "Wie ben je"? Ik zei: "Ik ben een journaliste", de soldaten vroegen "Wat doe je?" Ik zei "Ik ben op weg terug naar het hotel".

De soldaten: "Er werd hier geschoten, net drie minuten voordat jij voorbijkwam. Zag je niemand in de straat?" Ik zei "ja, ik zag een militaire jeep die naar het Palestijnse gebied schoot". De soldaten: "Ga maar heel gauw hier weg en zorg maar eerst voor je eigen!!"

Vandaag, 16 april, 12 uur 's-middags. Het is een wonder!!

De Israëlische soldaten praatten heel beleefd met mij toen zij een vrouw aanhielden bij de grens van Al-Shuhada straat. De soldaten vroegen mij "Wie ben jij?" 

Ik zei: "Ik ben een Palestijnse".

De soldaten zeiden "nee, je maakt een geintje". Ik zei "Ja, ik ben Palestijnse".

De soldaten vroegen mij mijn politieke standpunt, we praatten samen als menselijke wezens, ik respecteer alles wat ze mij vertelden.

Ik begrijp dat er veel soldaten zijn die hetzelfde standpunt hebben, maar zij hebben geen invloed om ook maar enige verandering teweeg te brengen!!

Ik ging verder, de soldaat bij de Beit Romano-nederzetting vroeg mij of ik hulp nodig had als ik daarlangs moest!! Het is een wonder!!

Vlakbij de groentemarkt vroegen de soldaten mij "Wie ben jij", en nadat ik het gebied verlaten had ontmoette ik vijf soldaten die achtergelaten werden bij Abu Sineneh.

De officier spuugde naar mij toen hij heel dichtbij mij kwam, het is dezelfde officier die mij twee dagen geleden zei dat ik een "terrorist" ben!!







Donderdag 18 april 2002

Mijn vader leerde mij de waarheid te zeggen, "zout" of "zoet".

Hoe doe ik dat in deze tijd? Het is maar een manier om te getuigen van de waarheid, getuigen tegen wat verkeerd is en onrechtvaardig.

Op deze manier draag ik bij aan rechtvaardigheid en genezing die vereist is voor het behoud van leven en het afhouden van kwaad en dood.

Ik wil momenteel getuigenis afleggen van wat ik heb gezien in Hebron.

Het verslag dat ik aan je doe is niet gefantaseerd.

Het is eenvoudig een verslag van een gebeurtenis die vandaag plaatsvond in de lege straten van Hebron onder het uitgaansverbod.

De straten waren leeg toen ik mijn tochtje door de stad maakte; de katten, de ratten en de honden renden langs mij heen alsof ze een spel opvoerden van de stad van de geesten!!

Ik keek steeds naar rechts en links, de kogels vlogen over mijn hoofd, alle militaire posten waren aan het schieten.

Ik zou aan de veilige kant moeten lopen, zei ik tegen mezelf, en draaide mijn gezicht naar de linkerkant om daar een 35 jaar oude man te zien die naakt was en zich masturbeerde!!

Toen ik besloot om enkele foto's te maken en ik schreeuwde, rende de man weg.

Vijf Israëlische soldaten kwamen naar mij toe en ze vroegen "Wat gebeurde er?"

Toen ik hen het verhaal vertelde, reden ze hard weg om het gebied te doorzoeken!!







Vrijdag 19 april 2002
Ik weet niet hoe te overleven als vrouw en journalist onder de dagelijkse psychische druk, veroorzaakt door de IDF-soldaten.

In de straten riepen de soldaten scheldwoorden en seksuele opmerkingen naar mij, thuis bleven ze zowel rotzooi naar mij gooien als mij uitschelden.

Ik vermoed dat de militaire commandanten een politiek spel spelen met mij als journalist.

Twee dagen geleden stuurde ik een brief naar kolonel Dror Weinberg, de IDF commandant in Hebron, betreffende de praktijken van de soldaten tegen mij in de straten en op mijn dak. Vandaag was de voordeur van mijn huis beschadigd en geblokkeerd. Ik vroeg de soldaten die gelegerd waren in de straat voor mijn huis "punt 4-5" om te mij te komen helpen de deur open te maken, en ik belde ook Mark van het CPT.

Vijf soldaten kwamen en Mark probeerde en probeerde totdat hij de deur open kreeg, zijn hand was beschadigd.

De soldaten kwamen binnen in mijn huis kijken, ze waren beleefd, een van hen zei dat hij mij een maand geleden in de Al-Shallaleh Straat gezien had; deze soldaten zagen de militaire rotzooi op mijn balkon, afval, zand, stenen, coca-cola flessen, urine, gebroken glas... enz.

De officier zei dat wat hij gezien had, bij zijn officier zou rapporteren! Ik was gerapporteerd bij zijn commandant twee dagen geleden, misschien had hij het druk met het bombarderen van de Palestijnse huizen in "Dora" ten westen van Hebron!!

Vlakbij de Bet Romano-nederzetting vroegen de soldaten mij stil te staan, ze schreeuwden "heks, heks, Makhashefa, Dana International, hoe maak je het?" De soldaten vroegen mij van hen geen verslag te maken, ze dreigden dan naar mij te schieten!!






Zondag 21 april 2002

Toen ik aankwam bij de joodse nederzetting Beit Romano (de Yeshiva school) in de stad Hebron (gebied H2) onder Israëlische controle, was het half twaalf in de ochtend. Ik hoorde stemmen die hard riepen: "Kawther Salam de Makhashefa (heks) komt eraan!" 

Ik keek naar rechts en toen ik de IDF soldaten herkenden die mij riepen, zag ik een menigte Palestijnen, Israëlische politie en soldaten die stilhielden voor de  Palestijnse goudwinkel van dhr. Khalel Abu Shekhedim.

Dhr. Abu Shekhedim zei dat de kolonisten in zijn winkel hadden ingebroken van de achterkant die uitkijkt op de nederzetting Beit Romano. Ze maakten zijn winkel open en stalen tussen $50.000 en 60.000 in gouden sieraden en geld.

Hij zei gisteren toen het uitgaansverbod was opgeheven, "Ik kwam om mijn winkel open te doen, maar ik mocht het niet van de IDF-soldaten. Ik realiseerde mij dat het licht aan was in de winkel, dus probeerde ik de deur open te doen, maar hij was afgesloten van binnenuit. Ik belde de Israëlische politie, die kwamen en ze gingen de nederzetting in om te controleren. Ze kwamen na een tijdje terug en zeiden: "we vonden niets verkeerds in je winkel".

De Israëlische politie zei tegen Abu Shekhedim dat ze zijn klacht nu niet konden opnemen vanwege het joodse festival, en omdat veel kolonisten het gebied bevolkten. 

Ze adviseerden hem om hen morgen te bellen als hij had gevonden dat er iets in zijn winkel gebeurd was.

Abu Shekhedim kwam met een arbeider met een snijbrander om hem te helpen om zijn winkel vandaag open te maken en hij zag dat binnen alles gestolen was!!

Zijn winkel was van achteren opengemaakt, vanuit de nederzetting, en de kolonisten hadden het gereedschap dat ze in zijn winkel hadden gebruikt, achtergelaten.

Hij belde de Israëlische politie, die kwamen maar hij mocht van hen niet zijn winkel binnengaan.

Ik zag de officier van de Israëlische politie, van de onderzoekseenheid en hij ging de nederzetting binnen.

Daarna kwam hij er uit en hij adviseerde Dhr. Abu Shekhedim om hen de volgende dag, morgenochtend om 10 uur, te bezoeken om aangifte te doen.

Abu Shekhedim zei, "Ik verwacht dat de kolonisten hetzelfde hebben gedaan bij de andere goudwinkels in de markt", die de "Goudmarkt" heet in Hebron. Hij voegde eraan toe dat het Israëlische leger de winkeliers in zijn buurt, niet toestond hun winkels te openen, zelfs niet nadat het uitgaansverbod was opgeheven.

 

In een ander incident ontdekte Dhr Shawkat Al Fakhouri dat er in zijn winkel - die zich tegenover het Israëlische politiebureau bevond in het gebied van de grot van Abraham - was ingebroken en al zijn goederen gestolen waren. 

Toen ook hij naar het politiebureau ging om aangifte te doen, weigerde de politie en zei tegen hem: "Wij nemen geen klachten op gedurende de oorlog!!"
De officier zei, "We werken hier niet als waarnemers. We hebben het druk in ons kantoor".

Na het uitgaansverbod dat aan Hebron was opgelegd, afgelopen week, ontdekten de Palestijnen dat alle winkels langs de Al-Shuhada Straat, de Al-Shallaleh Straat en de groentemarkt, waren geopend en leeggeroofd!!

De Israëlische politieofficier zei dat zij de aangiftes van de Palestijnen zullen opnemen, en dat ze zouden proberen de kolonisten die deze schade hadden toegebracht aan de Palestijnse winkels, te pakken.







Maandag 22 april 2002

Nadat ik de Al-Shallaleh Straat had overgestoken, hoorde ik de IDF-soldaten schreeuwen: "Marwan Barghouti, Osama Bin Laden, wacht!!"

Ik besefte niet dat de IDF soldaten naar mij schreeuwden.

Ik liep door, maar de soldaten renden mij achterna, ze noemden mij teef en heks, ze vroegen mij om naar de oude stad terug te keren, of een andere weg te nemen terug naar de hel, honderd kilometer rondom de straat waar ze mij stilhielden!!

Toen ik hen naar de redenen vroeg, zeiden ze "Het is 'sagor' (gesloten)".

Ik vroeg waarom. De soldaten zeiden, "Nergens om, het is de order"!!

Ik vroeg hen of ze een ondertekende machtiging hadden om journalisten op te houden en hen terug te sturen.

De soldaten zeiden, "Nee, we hebben niets".

Eén soldaat duwde me naar achteren op een gewelddadige manier, hij dreigde mij dood te schieten, maar ik was niet bang.

Ik vroeg hem op te houden mij pijn te doen. Ik bleef staan op dezelfde plaats waar ze mij vasthielden; ik weigerde terug te gaan.

Het was er erg rustig, de straten waren leeg, en de soldaten bleven mij een uur lang lastigvallen!!

Ze belden de Israëlische politie om mij te dwingen terug te gaan.

De politieagenten kwamen, maar ze arresteerden  me niet, ze waren verbaasd over wat de soldaten mij aandeden.

Ze vroegen mij om door te lopen in dezelfde straat!!

Ik heb het gesprek met de IDF soldaten opgenomen.

De opgenomen stemmen zullen zo gauw mogelijk geplaatst worden op de Gush-Shalom website .{En ook op de Dutchpal website - Vert.}

Ten gevolge van deze gebeurtenis schreef ik naar Kolonel Dror Weinberg.

De IDF-commandant in Hebron.

Dit is mijn brief:

 

Aan: Kolonel Dror Weinberg
Van: Kawther Salam

Onderwerp: De IDF bedreigingen
Geachte commandant,

Ik ben ernstig betrokken bij de schending van de bewegingsvrijheid van de pers, in de stad Hebron, het gebied H2 onder uw gezag.

Echt, ik ben niet zeker of het dagelijks vertragen van twee uur van mijn werk als journalist terwijl ik word vastgehouden tegen de muur bij de Beit Romano-nederzetting, en het mij "Marwan Barghutti, Osama Bin Laden, Hoer, teef en heks" te noemen, deel uitmaakt van de veiligheidsmissie van de IDF in Hebron, of niet??

Zijn dit uw militaire instructies als kolonel Dror Weinberg? Of is het zo'n krankzinnig gedrag dat de ziekelijke natuur van de IDF-soldaten weerspiegelt??

Waar ik wel zeker van ben is dat ik niet Marwan Barghoutti ben of Osama bin Laden. Ik ben geen doder of een terrorist, en ik ben niet betrokken bij zelfmoord-operaties in Israël.

Ik ben een journaliste en een verdedigster van mensenrechten, en ik vraag me af of de anderen wel menselijke wezens zijn, of kwamen ze van een andere planeet om elkaar te doden??!!

Ik wilde u inlichten dat mijn leven in gevaar is onder uw soldaten die dagelijks dreigen op m ij te schieten, dat betekent dat u als kolonel Dror Weinberg verantwoordelijk bent voor elk schot, elke pesterij of elke schade die veroorzaakt wordt door uw soldaten, op mij, nadat u mijn brief, gedateerd 22 april 2002, hebt ontvangen.

Deze brief zal ook naar de internationale wereld gestuurd worden om veiligheidsredenen.

 

Groeten.

 










Woensdag 24 april 2002
Ik doe een oproep aan de internationale wereld, de democratische landen, de mensenrechten-organisaties, verdedigers van mensenrechten, en alle vrede-minnaars in de wereld, om voor een poosje mijn leven te redden, of mij te helpen asiel te zoeken in een vreedzaam lans om over mijn ervaringen als journalist te schrijven in het gebied van conflict.

Ik doe een oproep aan iedereen die mijn smeekbede leest om het door te geven aan de mensen die het kan aangaan.

Ik kan niet meer overleven, te bestaan in een levende hel, alleen met bezettingssoldaten die mijn leefruimte binnendringen - ze hebben zelfs een checkpoint bovenop het dak boven mijn slaapkamer!!

Ik kan zo niet leven: zonder water, zonder elektriciteit, zonder TV en zonder telefoon, middenin stinkende rotzooi en urine die door de soldaten voor mijn slaapkamer is verspreid.

Ik kan niet 24 uur per dag leven, tegenover deze soldaten die mij voor rare dingen uitschelden en zonder aarzelen seksuele opmerkingen maken.
De soldaten kijken 's-nachts gewoonlijk naar mij, ze gaan door met stompen op de watertanks en te stampen op het metaal onder het dak van mijn balkon.

Ik kan geen moment slapen tijdens deze irriterende herrie.

Hoeveel nachten liep ik midden in de nacht weg om bij mijn buren te slapen? Meer dan ik me kan herinneren!!

Overdag liep ik alleen in de lege straten tijdens het uitgaansverbod, waar de soldaten mij steeds tergen, en ze hielden mij vast in de straten, terwijl ze mij uitscholden en dreigden mij dood te schieten!!

De Israëlische regering weigerde mijn perskaart te verlengen teneinde rechtvaardiging te geven aan de pesterijen van de soldaten, en mijn werk "illegaal" te maken.

De soldaten treiteren mij en op een dag scheurden ze mijn internationale perskaart kapot en gooiden die op de straat.

Ze noemen mij ook een vijandige journaliste om de kolonisten blij te maken.

De kolonisten pesten mij ook, op straat gooien ze stenen, rotzooi en  eieren naar mij.

Ik deed verscheidene keren aangifte bij de politie - meer dan 300 keer - maar ik leef nog steeds onder dezelfde situatie.





Donderdag 25 april 2002
Ik besloot mijn huis opnieuw klaar te maken, ik verzocht de bouwvakker om het beschadigde glas te vervangen, de muren te schilderen, de kapotte sloten en deuren te vervangen...., terwijl ik besloot bij enkele vrienden te verblijven.

 

Op 4 mei 2002  toen ik naar mijn huis ging, dromden de kolonisten en soldaten samen voor mijn huis.

Ik liep door, probeerde het nieuwe slot te openen maar het lukte niet, het was geblokkeerd door wasachtig materiaal! Toen ik de soldaten vroeg om mij te helpen de deur open te maken, gooiden de kolonisten stenen naar mij en de soldaten moesten daarom lachen!! 

Ik rende weg.



 








naar Mei 2002                                        Terug