Het dagelijks leven van Kawther Salam

  ..: Zaken van de financiënmaffia ? :..
 
February 06, 2006

-> Home

Op 4 februari 2006 gaf ik mijn woord dat ik niet het hele verhaal zal publiceren in de media, voordat ik de directeur heb ontmoet van de maatschappij waar het probleem zich voordeed. De regels van de journalistiek laten mij niet toe om enig schandaal, onderzoek of verslag te publiceren zonder te luisteren naar iedereen die bij het verhaal betrokken is.
Door dit dagboek te schrijven pleeg ik geen verraad aan deze belofte, mijn woord of de waarden van mijn journalistieke werk. Ik stuur niet het verhaal in, noch de namen of deze bedrijven, de personen of verdere details van het schandaal.

Misschien zou dit deel kunne uitmaken van de publieke discussie en van de media in de nabije toekomst.
Of misschien is dit schandaal geen schandaal, en zou het moeten worden beschouwd als een fout of een vergissing die tijdens het werk voorkomt in de grootste maatschappijen.
Misschien zal er een mogelijkheid zijn om het probleem op te lossen zonder dat het in de media verschijnt, vóór de politie en de justitie.
Vanuit mijn gezichtspunt an volgens de verschillende telefoontjes en gesprekken die ik heb gehad met mijn collega's die ervaring hebben op het terrein van journalistiek onderzoek, verwachten zij allen een schandaal en een misdadig persoon achter het hele verhaal dat ik hen heb verteld. Ze wachten er allemaal op om verdere details te horen.



Plaatjes schieten op het strand


Journalisten communiceren en praten altijd als er ergens problemen opduiken. Journalistiek is als beroep een heilige en ethische boodschap. We moeten de waarheid zeggen, de volledige waarheid, ongeacht wat het betreft.
Dit is de voornaamste basis van ons journalistieke werk.

Het schandaal dat zich voordeed in een van de grootste maatschappijen van Oostenrijk, herinnert mij aan de schandalen die zich voordeden in de grootste schoenfabriek van Palestina, die eigendom was van mijn zuster´s echtgenoot, die een VIP-pas heeft en beschouwd wordt als een van de rijkste personen in Palestina. De hechte relatie tussen mij, de man van mijn zus en de familie liet mij niet toe de morele codes van mijn journalistieke werk te breken. Ik publiceerde mijn verslag tegen de illegale corruptie waarvan honderden werkers in de fabrieken van de familie het slachtoffer waren.
Er waren vele schandalen en corruptieverhalen die door mij in de media kwamen en de mensen gelukkig maakten.
In al deze schandalen waren de slachtoffers altijd te zwak om hun rechten te verdedigen.

In het zeer corrupte land Israël, waar voortdurend mijn rechten om mijn taak als journalist uit te oefenen, geschonden werden, werd de Israëlische bezettingsregering gedwongen om kolonel David Kishk en Rami Ikrae te onderzoeken, nadat ik het schandaal waarin zij betrokken waren, aan het licht had gebracht.
Ze werden beiden onderzocht gedurende zes maanden door de "Yahab" politie-eenheid, die ten gevolge daarvan de aanbeveling gaf dat ze zouden moeten terechtstaan.
En toen ik de Burgemeester van Hebron in verband met wanbeheer van Duitse regeringsprojecten, aan de kaak stelde, was hij niet in staat om mij te beledigen zoals Mr. "Z" van deze Oostenrijkse maatschappij deed (zie onder).

Hier in Oostenrijk lijkt het schandaal tegenover mij iets anders te zijn, daar het het publiek betreft net zoals het mij betreft. De morele taak van mijn werk is om geduldig te zijn en alle kanten eerlijk te onderzoeken.

De symptomen van het schandaal deden zich voor toen mijn vriend met zijn werk begon bij een van de grootste en beroemdste maatschappijen in Europa.

Hij kocht een zwart pak, witte overhemden, dassen... (Hij hield er nooit van om dit soort kleren te dragen). Vroeg in de morgen ging hij weg en kwam midden in de nacht pas terug. Hij had zelfs geen tijd voor andere dingen.
Mijn vriend vertelde mij alles over zijn werk. Ik begreep dat er iets illegaals gaande was in deze grote maatschappij. Ik probeerde de aandacht van mijn vrienden te trekken voor de symptomen van dit schandaal. Hij was niet in staat om te horen, hij was verblind door de bedrijfspropaganda. Mogelijk was mijn vriend het zat om thuis te zitten, en al meer dan twee-en-een-half jaar geen baan te hebben. Dit was ook de reden waardoor we uit elkaar gingen.

Ik zei tegen mezelf dat mijn vriend de dingen zelf moest ontdekken. Ik moest hem een kans geven om zijn geluk te beproeven in dit werk. Ik zou zijn werk geen schade moeten toebrengen. Ik voelde me nooit gerust of tevreden met wat hij me vertelde.

Ik was verbijsterd toen mijn vriend mij een papier liet zien dat zijn baas hem had gegeven. Dit papier alleen al, kon zijn baas voor het gerecht brengen en schade toebrengen aan de reputatie van dit bedrijf. Ik had geluk dat ik het papier het land uit kon smokkelen als bewijsmateriaal van corruptie. Ik had het gevoel dat er slechte dingen over mijn onschuldige vriend zouden gaan komen.

Het is niet makkelijk voor kleine arbeiders als mijn vriend, die geen ervaring hebben in financiële zaken om in een grote maatschappij te werken onder te autoriteit van een baas die alleen maar is geïnteresseerd in zijn eigen financiële gewin, in meer te verkopen dan de maand tevoren - en de gevolgen zullen hem worst wezen!

Ik had nooit gedacht dat de baas van mijn vriend hem zou aanzetten tot illegale dingen, dat hij datgene zou vergemakkelijken dat alleen gezien kan worden als geld stelen van andere onschuldige mensen. Ik weet niet of dit soort werk moet worden beschouwd als misdaad, corruptie of maffia-praktijken.

De komende dagen zullen het schandaal met verder informatie aan het licht brengen in de plaatselijke dagelijkse media.

Toen ik begon te klagen over mijn eigen probleem met deze maatschappij, reageerde de baas van mijn vriend, Mr. Z, hierop door mijn vriend Y te bellen en mij op grove wijzen te vernederen.
Dit is mijn reactie, via e-mail, op zijn beurt aan zijn baas.



Beste Mej. X,

De heer Y stuurde aan mij door, via de heer Z, uw opdracht om te verschijnen op de interne bijeenkomst die is gesteld op volgende week woensdag, betreffende het geval van mijn contracten.

Er werd aan mij doorgegeven dat dhr. Z aan dhr. Y via de telefoon vertelde dat hij zijn "teef" (dat zou ik zijn) naar de vergadering moest meebrengen, of anders zou (uw bedrijf) niet meewerken op welke wijze dan ook aan de oplossing van deze onplezierige situatie.

Daarna adviseerde dhr. Z aan dhr.Y om mij "in de reet te trappen en eruit te smijten".
We leven niet samen en ik ben nog nooit op een dergelijke manier beledigd, zelfs niet door de extremistische kolonisten.


Vertegenwoordigt deze boodschap (uw bedrijf), of is het alleen maar de heer Z ?
 


Het antwoord dat ik kreeg op deze e-mail was vreemd, als wolken die gemaakt waren van roze suikerspin, als van een andere werkelijkheid.


Uitzicht over een zonsondergang ergens boven Europa.



-> Home